Zondag 10 Januari.

Gisteren zag ik dat Wim het geld inderdaad naar de bank heeft gebracht. Ik had al eerder gekeken, maar gister stond het er pas op. Dus dan heeft hij het afgelopen vrijdag gestort.

Waarom hij zo lang gewacht heeft weet ik niet, maar het staat erop. Nu ben ik blij dat ik niet gevraagd heb of hij het nog zou storten. Dat hij waarschijnlijk toch weer gaat gokken zit er dik in en daar baal ik behoorlijk van. Ik probeer er zo min mogelijk aan te denken en verheug me op het feit dat ik weer bij Ruud kan gaan werken. Ben echt benieuwd hoe het nu verder gaat, én of hij weer met me naar bed gaat. Ik hoop het!

Gisteren maakte ik weer eens iets leuks mee op mijn werk. Zo rond een uur of acht kwam er een oudere man naar binnen. Hij knikte vriendelijk en liep naar de wc. Bij de deur aangekomen keek hij rond en deed hem open. Maar hij liep niet naar binnen, hij bleef daar staan en dat vond ik raar. Ik wachtte heel even en vroeg me af of er iets was. Hij deed een stap naar voren en bleef weer staan.

‘Is er iets niet in orde, of zo,’ vroeg ik toch maar.

‘Jawel hoor,’ zei hij terwijl hij naar binnen liep. Ik zag dat hij een stuk toiletpapier pakte en er naar keek. Hij vouwde het op en liep naar me toe. ‘Kijk,’ zei hij met een stralende glimlach, ‘Dat is toch super de luxe, hier hangt een grote rol papier, zomaar voor iedereen.’

‘Ja,’ reageerde ik verbaasd, ‘Dat hoort zo, zonder papier is erg lastig.’ Ik zei zomaar iets omdat ik me afvroeg waarom hij daar zo belangstellend naar keek.

‘Dat zegt u wel,’ zei hij, ‘maar ik heb het wel anders meegemaakt, vroeger bij mijn moeder thuis. Toiletpapier was een luxe, dat gebruikten wij niet. Mijn moeder vond dat te duur en noemde het geldverspilling.’

‘Oh,’ reageerde ik verbaasd. Hij bleef voor mijn tafeltje staan.

‘Wij moesten onze billen na een grote beurt afvegen met een stukje krant. Ik heb dat jaren gedaan en vond het heel normaal omdat ik niet beter wist. Het werkte niet erg prettig, dat weet ik nog goed. Dat papier was glad en gleed langs je billen, dus bleef er altijd een restje ontlasting zitten. Ik vond dat vies en vroeg dan of ik mijn billen mocht wassen, maar dat mocht niet.’

‘Waarom niet?’ vroeg ik.

‘Nou,’ ging hij verder, ‘we hadden geen badkamer, wel een wastafel boven, maar die was enkel voor mijn ouders. Wij kinderen moesten ons in de keuken aan het aanrecht wassen. Een keer per week mocht je in bad. Dat werd er een grote teil met water gevuld en mochten we om de beurt in die teil gaan zitten om ons te wassen. Ik was de jongste en mocht altijd het eerst. Gelukkig maar.’

Hij lachte en schudde zijn hoofd: ‘Wat een tijden! Je billen wassen in de keuken aan het aanrecht was dus ondenkbaar omdat elk moment iemand de keuken in kon komen lopen, dus liep je met remsporen rond. Tegenwoordig maken ze daar grapjes over, zo van: hoe leer je kinderen goed een onderbroek aan te trekken?’

Ik lachte en zei: ‘Ik weet het, bruin achter geel voor.’

Hij grinnikte: ‘U weet het, dus dan weet u vast ook wat ik met dit velletje ga doen,’ zei hij wijzend naar het stukje closetpapier.

Ik keek en zag dat hij het keurig had opgevouwen en in het midden een stukje eruit had gehaald en zei: ‘Ook dat weet ik, het is een oud grapje, maar niet iedereen kent het.’

‘Och ja, het maakt niet uit, de mensen die bij mij aan tafel zitten zijn Duitsers en die maken geen grapjes, maar misschien vinden ze het toch leuk.

Lachend liep hij naar buiten!

Geweldig!

Please follow and like us:

4 antwoorden op “Zondag 10 Januari.”

  1. Ikke niet begrijpen van het closetpapier. Het eerste weet ik wel over bruin achter en geel voor……maar een stukje uit het papier halen??? Dat weet ik niet. En laat me niet zo in het ongewisse over wat er nu gaat gebeuren met Ruud. Hahaha

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *