KOKEN

Doen we in de regel vrijwel elke dag, de een maakt er een feestje van en de ander draait snel wat in elkaar. Maar het moet wel smaken, dat is belangrijk. Wat ook belangrijk is, is dat je afwisselt. Elke dag bruine bonen is goed voor je stoelgang maar minder voor je relatie.

Mensen die beroepsmatig koken zijn hoofdzakelijk mannen. Kijk maar naar de groten der aarde zoals Gordon Ramsey, Herman den Blijker en vele anderen, het zijn mannen, vrouwen kunnen het ook, maar het zijn overwegend mannen die uitblinken.

Waarom dat zo is weet ik niet, misschien omdat ze als kind de keuken uitgestuurd werden, zou kunnen. Vrouwen werden als klein kind nooit de keuken uitgestuurd. Al van jongs af aan werd je erop gewezen dat het belangrijk was dat je goed kon koken. “De liefde van de man gaat door de maag,” is een oud gezegde.

Om goed te leren koken gingen sommige meisje op kookles, dat waren meisjes die van stand waren. De meesten leerden het thuis van moeders of op de huishoudschool.

Bij ons thuis ging dat ook zo. De oudste als eerste, zodra ze vaste verkering had mocht ze meehelpen. Ze leerde hoe je van weinig geld iets lekker op tafel kon zetten. Zodra ze de deur  uit was moest ze het zelf doen zonder de hulp van moeders.

Daarna kreeg de volgende kookles. Omdat ik de jongste was duurde het erg lang voordat ik aan de beurt was. Telkens als ik ernaar vroeg zei mijn pleegmoeder altijd dat ik mijn beurt moest afwachten. Tot de dag kwam dat ze een uitzondering maakte, ik mocht toekijken hoe ze tomatensoep maakte. Waarom ik dat mocht werd me al snel duidelijk. Trudy, het pleegzusje dat boven mij kwam had het druk en omdat mijn pleegmoeder plannen had om een dagje weg te gaan kreeg ik “Tomatensoeples.”  Wat ze er precies allemaal in deed weet ik niet meer, wel dat ze me op het hart drukte dat ik er op het eind, óf twee verse tomaten, óf een blikje tomatenpuree erbij moest doen. Niet alle twee, dat mocht niet, goed. Dolblij dat ik eindelijk iets mocht maken ging ik aan de slag, ik deed echt mijn best, héél erg mijn best, zozeer zelfs dat ik besloot hem extra lekker te maken door én de tomaten én de puree erin te doen. Ik was er trots op en hoopte dat hij smaakte. Vol spanning wachtte ik tot het zover was dat ik hem op mocht dienen. Mijn pleegmoeder zag en proefde het meteen. ‘Je hebt toch niet…’ brieste ze kwaad. ‘Jawel, ik dacht, ik wilde hem extra lekker maken.’ Mijn pleegvader knikte en zei dat het me goed gelukt was, hij smulde! Mijn pleegmoeder ook, maar dat ik niet gedaan had wat ze me gezegd had vond ze vreselijk. ‘Voorlopig mag je niet meer koken, je hebt nu aangetoond dat je daar nog veel te jong en onverantwoordelijk voor bent. Dat het een centenkwestie was begreep ik pas veel later.

Maar ik kreeg geen kookles meer. Dus toen ik ging trouwen kon ik niks. Ja, tomatensoep maken dat wel weer.

De eerste warme maaltijd die ik moest maken bezorgde me angst, zweet en een hoop tranen.

Het was zaterdag en we waren net in de flat gaan wonen. Mijn man moest werken en verwachtte van mij bij thuiskomst een warme maaltijd. Goed, ik had erover nagedacht.

Gekookte aardappelen, sperziebonen uit blik en speklapjes! Ik weet het nu nog, kan je nagaan!

Vol ijver begon ik met de aardappelen, schillen, wassen en opzetten, de bonen in een pan en… toen kwam mijn man thuis van zijn werk. Hij begroette me vriendelijk en wilde eerst in bad en omdat ik volgens hem wist waar alles lag moest ik zijn schone kleren klaarleggen. Ook dat nog! Ik raakte helemaal in paniek omdat ik én moest koken én ook zijn kleding moest pakken. Dat ging niet samen, ik wilde de aardappelen gaar kijken!  En dat niet alleen ook de speklapjes moesten nog gebakken worden.

Dat alles mislukte, vond ik vreselijk. De aardappelen waren aangebrand, het vet waarmee ik de speklapjes had gebraden droop langs de schone witte muur en de bonen waren niet warm. Snikkend zat ik aan tafel, mijn man vond het geen ramp. Hij verzekerde mij dat ik er later hartelijk om zou kunnen lachen. Ik wist zeker van niet!

Goed, koken is ook nooit mijn hobby geworden, ik maak eten klaar en mijn man kookt. Dat is een wezenlijk verschil. Koken doe je voor je plezier, eten klaar maken doe je omdat het moet.

Daarom kookt mijn  man altijd als er iets bijzonders op tafel gezet moet worden. Dat is hem wel toevertrouwd, ik proef en geniet, want koken kan hij héél goed. En.. ja dames, hij ruimt ook op! Echt waar!

 

PS. Even ter verduidelijking: De man van de verbrandde aardappelen en de koude sperziebonen  was mijn eerste man, de man die zo goed kan koken is mijn huidige partner Cees, de enige echte Cees want zijn naam schrijf je met een C, niet met een K.

Please follow and like us:

2 antwoorden op “KOKEN”

  1. Interessante trivia, het schijnt dat er meer dan 100 mannen met drie michelin sterren, maar slechts 6 vrouwen. Daarbij voelen vrouwen doorgaans dat ze meer te bewijzen in de testosteron-omgeving van de culinaire wereld. Niet bepaald tegen verwachting in, ze verdienen doorgaans ook minder! Dus laat deze blog een oproep zijn aan alle feministen met een culinaire passie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *