Zaterdag 2 Mei.

Ik was blij dat ik gister weer kon gaan werken, even weg van thuis. Dat hij er spijt van heeft heb ik wel tig keer gehoord. Het begon al de volgende ochtend, ik had slecht geslapen en voelde me geradbraakt toen ik wakker werd. Ik wilde me omdraaien toen ik merkte dat hij niet naast me lag, dus stond ik op en liep naar beneden. Halverwege de trap rook ik koffie. Ik dacht nog even dat ik het me verbeelde, maar dat was niet zo. Wim zat in de keuken, hij was aangekleed, had koffie gezet en lachte vriendelijk. Ik zag meteen dat hij nerveus was. ‘Ga maar zitten, ik schenk de koffie wel in.’

“Zaterdag 2 Mei.” verder lezen

Maandag 27 April.

Natuurlijk kon ik niet slapen, ik was veel te kwaad, maar ik had ook geen zin om naar beneden te gaan, dus ben ik in bed blijven liggen. Zo rond een uur of twee toen ik net was ingedommeld hoorde ik hem naar boven komen. Hij liep niet naar de badkamer zoals gewoonlijk, maar kleedde zich uit en kroop meteen het bed in. Ik draaide me om en rook dat hij gedronken had. Dus daarom kroop hij meteen in bed. Ik wilde wat zeggen, maar ik realiseerde me ook dat ik dan helemaal niet meer slapen kon. Dus ben ik blijven liggen.

“Maandag 27 April.” verder lezen

Maandag 20 April.

Gisteren is iets gebeurd dat ik totaal niet verwacht had. Zo rond een uur of zeven kwam een vroegere  buurvrouw van me naar binnen. Ik was verbaasd om haar te zien omdat ik weet dat haar man werkeloos is. Maar goed, zij was ook verbaasd, dus nadat we even bijgepraat hadden liep ze naar de wc, maar toen ze terugkwam zei ze iets waar ik heel erg van schrok.  ‘Oh, ja,’ begon ze, ‘ik zag jouw man van de week nog lopen, hoe is het met hem?’

“Maandag 20 April.” verder lezen

Dinsdag 14 April.

Ik ben nog niet veel wijzer geworden wat Wim betreft, hij doet gewoon, maar erg vertrouwen doe  ik hem niet. Zeker niet nadat ik  dat geld in zijn beurs heb gevonden.  Hij gaat ook nog steeds veel weg, zogenaamd een blokje om als ik iets vraag. Ik heb al geprobeerd om eerder naar huis te gaan, maar dat lukt niet goed. Het is vrij druk de laatste tijd, dus dat zit niet mee. Misschien moet ik eens een dagje vrij vragen en dan de boel in de gaten houden. Mijn auto ergens anders parkeren en kijken of hij weggaat en waarheen.

“Dinsdag 14 April.” verder lezen

Dinsdag 7 April.

Gisterochtend wilde ik boodschappen gaan doen, maar vlak voordat ik wegging  zag ik dat ik geen contant geld in mijn beurs had. Omdat ik een hekel heb aan pinnen, ( is stom dat weet ik,) besloot ik even in de beurs van Wim te kijken of daar nog geld in zat. We hebben een gezamenlijke rekening, zodoende doen we dat wel vaker. Is ook geen probleem, meestal zeggen we dat ook, maar omdat hij nog in bed lag wilde ik hem niet storen en dacht ik vertel hem dat strakjes wel. Niks aan de hand zou je zeggen, maar toen ik zijn beurs openmaakte schrok ik, er zat iets van 500 euro in en dat is niks voor Wim.

“Dinsdag 7 April.” verder lezen

Donderdag 2 April.

Gisterochtend belde Jeroen, het was nog vroeg, ik denk even na achten. Ik schrok omdat ik niet gewend ben dat hij zo vroeg belt. Dus het eerste dat ik dacht, er is vast iets gebeurd. ‘Enne?’ vroeg ik ook meteen, ‘alles goed?’

‘Nee,’ zei hij, ‘je raadt nooit wat er gebeurd is.’ Nou, toen schrok ik pas echt. ‘Nou,’ zei hij, ‘ik zal het maar vertellen, mijn hele flat staat onder water, alles ligt vol. Je moet echt even komen, ik weet niet hoe ik dat weg moet krijgen.’

‘Hoe kan dat? Wat is er gebeurd?’vroeg ik.

“Donderdag 2 April.” verder lezen

Donderdag 26 Maart.

Wim blijft vreemd doen, hij gaat ook steeds vaker weg én dat vind ik helemaal raar. Gister ook, ik was bezig in de keuken toen hij ineens achter me stond en zei: ‘Ik ga even een stukje lopen.’ Ik moet heel onnozel gekeken hebben want terwijl hij naar de deur liep mompelde hij nog iets van: ‘Ik heb daar zin in,’ verder niks. Ik keek hem na en naar buiten, het regende, niet hard, maar toch. Ik kreeg ook geen kans om iets te zeggen of te vragen want even later hoorde ik de voordeur al dichtvallen. Ik weet echt niet wat ik ervan denken moet. Het zal toch niet zo zijn dat hij vreemd gaat? Dat kan ik me haast niet voorstellen, anders zou ik het niet weten. Ergens klopt er iets niet, maar wat weet ik niet, zodra hij straks thuiskomt zal ik hem erover aanspreken. Wim en wandelen! Dat is net zo ondenkbaar als dat de Paus protestant wordt!

“Donderdag 26 Maart.” verder lezen

Vrijdag 20 Maart

Zondag was het niet druk, daarom mocht ik van de baas vroeger naar huis. Het was  een uur of negen toen ik naar binnen liep en het eerste dat me opviel was dat Wim niet thuis was. Ik was echt verbaasd, heb nog boven gekeken, maar daar was hij ook niet. En omdat ik de auto mee had kon ik me niet voorstellen dat hij écht ver weg zou zijn. Die man is normaal gesproken niet de deur uit te krijgen. Die zit op de bank en blijft daar zitten, dus ben ik naar buiten gelopen om te kijken of de fiets in de schuur stond, en die stond er gewoon.

“Vrijdag 20 Maart” verder lezen

Zaterdag 14 Maart

Gister was ik vroeg thuis omdat het erg rustig was en dat vond ik wel prettig. Onderweg dacht ik nog na over wat er was gebeurd.

Het was rond een uur of zeven toen een vrij jonge man naar binnen kwam. Hij groette kort liep naar achter  pakte zijn telefoon en ging staan bellen, maar op de een of andere manier lukte dat niet zo, dat zag en hoorde ik. Maar hij gaf niet op en probeerde het opnieuw. Toen hij zag dat ik naar hem keek zei hij: ‘Lang leve de mobiele telefoon, nu heb ik dringend iemand nodig en krijg niemand te pakken, dat is toch niet normaal.’

“Zaterdag 14 Maart” verder lezen

Dinsdag 10 Maart.

Omdat ik dat gedoe met die brief en die buitenlandse vrouw zo grappig vond heb ik het hele verhaal aan Jeroen verteld. Ik had sowieso een afspraak met hem om zijn flat te poetsen. Eigenlijk wilde hij het samen doen, maar ik weet hoe dat gaat. Dan begint het met koffie, kletsen en als we dan eindelijk kunnen beginnen gaat zijn telefoon  en is hij daar mee bezig. Dus ben ik alleen gegaan, kan ik ook beter doorwerken. Het heeft best nog lang geduurd voordat ik alles fatsoenlijk schoon had, vooral de ramen waren erg vuil.  Maar goed, toen ik klaar was heb ik wat te eten voor ons gemaakt en gewacht tot hij thuis kwam. Hij was hartstikke blij en had een grote bos bloemen voor me gekocht om me te bedanken. Was wel erg lief.

“Dinsdag 10 Maart.” verder lezen