Gistermiddag wilde ik even naar Ruud voordat ik ging werken en net toen ik mijn spullen wilde pakken stond Wim ineens naast me. ‘Ga je nu al weg?’ vroeg hij,
Donderdag 1 Oktober.
Wim vraagt nergens meer naar en dat bevalt me prima. Wel is hij nog steeds erg uitsloverig,
Zaterdag 26 September.
Op weg naar Ruud realiseerde ik me dat hij meteen zou vragen hoe het was in Yrseke. Ik wist ook wat ik zou zeggen, daar had ik al over nagedacht. Dus toen ik bij hem naar binnenliep was dat inderdaad het eerste dat hij vroeg, nou ja, bijna. Eerst zoende en omhelsde hij me.
Dinsdag 22 September.
Het is me gelukt! We zijn niet geweest en ik ben superblij, Wim niet, hij vond het vreselijk jammer. Nou moet ik wel zeggen dat ik het idee om er onderuit te komen op mijn werk kreeg.
Het was de zondag voordat we zouden gaan en ik had me er eigenlijk al een beetje bij neergelegd dat ik er niet onderuit kon omdat ik geen smoesje wist te bedenken. Maar goed, rond een uur of zes komt er op mijn werk een man naar binnen, ik keek op en zag dat hij behoorlijk ongelukkig liep. Ik knikte vriendelijk en keek hem na. Pas toen hij van de wc afkwam en zijn handen ging wassen viel het kwartje. Ik dacht bij mezelf: DIT IS HET! Ik verzwik mijn enkel, dan kan ik niet mee. Dus vlak voordat ik klaar met werken was ben ik naar mijn baas gegaan en vroeg of hij een verbanddoos had. Het smoesje had ik al klaar. “Ja, ziet u, het is zo,” begon ik poeslief toen hij me niet begrijpend aankeek. “Er was iemand op de wc die zich bezeerd had en die vroeg of ik een verbandje had,” en dat heb ik niet. Dus misschien is het een goed idee om een neer te zetten voor het geval dat.” Hij knikte vriendelijk en zei dat het inderdaad een goed idee was dat ik daar aan dacht! Ja, ik vond het zelf ook geweldig. Goed, ik weer terug naar beneden, mijn enkel vakkundig ingepakt en toen naar huis. Wim zag het meteen toen ik naar binnen liep. Ik liep ook mank!
Maandag 14-09-2015
Ik zit er helemaal doorheen, niet alleen wat Ruud betreft, maar ook met Wim en dat hij met mij naar Yrseke wilt en dat is al bijna. Gisteren heb ik eens op internet zitten surfen om te kijken wat daar zoal te doen is. Nou, daar wordt je echt niet vrolijk van, dat gat staat bekend vanwege de mosselen. Nou ja! Alsof ik behoefte heb om mosselen te gaan bekijken, echt niet. Trouwens ik vind die dingen ook smerig en dat weet Wim!! Waarom Wim dat gat heeft uitgezocht is mij een groot raadsel. Maar één ding is zeker: IK GA NIET MEE! Hoe ik dat ga oplossen weet ik nog niet, dat is nu net het hele punt. Ik moet iets bedenken, werken is geen optie. Ziek zijn of ruzie maken, ruzie is ook geen optie, maar ziek wel. Waarschijnlijk krijg ik vlak voordat we vertrekken diaree, zou zomaar kunnen!!
Woensdag 9 September.
Maandagavond belde Ruud, het was al laat, ik denk een uur of elf. Ik stond net op het punt om naar bed te gaan toen ik mijn mobiel hoorde overgaan. Haastig liep ik terug en pakte hem op. Ik zag meteen dat het Ruud was, dus ben ik door naar boven gelopen omdat ik ongestoord met hem wilde praten. Wim zat tv te kijken en had niks in de gaten.
Vrijdag 4 September.
Hoe langer ik erover nadenk hoe meer ik er tegenop zie met Wim weg te gaan. Ik weet dat ik er niet onderuit kom, maar in stilte hoop ik dat wel, dat ik of hij een enge ziekte krijg, de griep is ook goed. Maar het zal wel moeten, ik heb geen keus. Soms probeer ik optimistisch te zijn en houd me voor dat het maar voor een paar dagen is. Dat Ruud het leuk voor me vindt zit me ook dwars. Afgelopen dinsdag ben ik nog bij hem geweest maar hij was niet thuis. Ik heb gewoon schoongemaakt en gewacht tot hij misschien nog zou komen, maar hij kwam niet, belde ook niet. Ja, ’s middags toen ik allang weer thuis was kreeg ik een sms’je van hem.
Zaterdag 29 Augustus.
Volgens mij heeft Wim het licht gezien, anders kan ik het niet verklaren. Maar goed… hij heeft net zolang gezeurd dat ik heb toegezegd wat die midweek betreft. Ik dacht dan ben ik van het gezeur af, maar nu zit ik er wel aan vast. We gaan rond half september naar Yrseke in Zeeland van maandag tot en met vrijdagochtend. Hij heeft het zo gepland dat ik dan op tijd thuis ben om ’s middags naar mijn werk te gaan. Het liefst had hij gezien dat ik vrij had genomen, maar dat wil ik niet. Gisteravond vroeg hij het weer. Ik was net thuis en wilde eigenlijk naar bed, maar hij zat weer op me te wachten, dat doet hij dus ook nog steeds. Hij schonk me een glas wijn in en vroeg of ik nog met mijn baas gesproken had. Ik wist meteen wat hij bedoelde, maar ging er niet op in. Ik schudde enkel mijn hoofd en ging op de bank zitten. Hij was niet blij, dat zag ik aan zijn gezicht, maar hij zei en vroeg niks meer.
Maandag 24 Augustus.
Gisteren ben ik nadat ik klaar met werken was nog even naar Ruud gegaan. Hij was blij dat ik er was en wilde meteen met me naar bed, maar ik wilde praten. Hij was verbaasd toen ik dat zei. ‘En, heb je geen zin, of is er iets aan de hand?’
Donderdag 20 Augustus.
Wim blijft zich uitsloven en eerlijk gezegd weet ik niet waarom, ook niet wat ik er mee moet.