LINKE LOETJE.

Cees en ik hebben iets met huisdieren. En dat is ook logisch want we hebben elkaar gevonden door zijn hond. In de column huisdieren heb ik dit al verteld, maar…voor degene die het niet gelezen hebben, wil ik het nog even in het kort vertellen. “LINKE LOETJE.” verder lezen

ZIEK.

Als  kleine kinderen zich niet lekker voelen zeggen ze al gauw dat ze ziek zijn. Ze hebben buikpijn of zoiets. Maar vaak hebben ze geen zin om naar school te gaan omdat ze iets moeten leren of doen wat ze lastig of moeilijk vinden. Moeders trapt daar in en is bezorgd. Ze mogen op de bank gaan liggen en krijgen thee met beschuit gebracht. Heerlijk, dat is precies wat ze willen, lekker verwend worden.

“ZIEK.” verder lezen

HOOP,

doet leven, zeggen ze vaak, en dat is ook zo. Als je nergens meer op hoopt ben je volgens mij niet goed bezig. Er is altijd wel iets waar je op hoopt. Kleine kinderen hopen op kleine dingetjes. Dat ze een koekje krijgen als ze bij de bakker in de winkel staan, of een plakje worst bij de slager. Als ze stiekem iets gedaan hebben hopen ze dat hun ouders er niet achter komen. Als ze slechte punten hebben gekregen hopen ze dat ook, maar vaak is die hoop vergeefs.

“HOOP,” verder lezen

TWEE.

Pas geleden zag ik op tv iets dat mijn aandacht trok. Nu gebeurt dat wel vaker, maar dit was bijzonder. Ze lieten mensen aan het woord die twee partners hebben. Op zich is dat niet spectaculair, want dat hebben wel meer mensen. Ze hebben een vaste partner en een losse. Die losse hebben ze erbij, meestal omdat ze het gewoon leuk en spannend  vinden. Maar…op het moment dat de vaste partner dat ontdekt is het ineens over. Dan hoeft het niet meer.

“TWEE.” verder lezen

OPVOEDEN.

Pas geleden liep ik door de supermarkt en terwijl ik verse groeten stond uit te zoeken hoorde ik naast me een dame die zich kennelijk ergerde aan een van haar kinderen. Wat er was weet ik niet, maar wat me wel opviel waren de woorden van de moeder: ‘Ik ben je moeder, niet je vriendinnetje, denk daar aan!’ Ik draaide me om en zag dat die moeder erg kwaad was en het kind erg geschrokken. Automatisch moest ik denken aan een berichtje dat ik pas geleden op facebook gezet had. “Als je kinderen je vrienden worden heb je het nog niet zo slecht gedaan.”

“OPVOEDEN.” verder lezen

AANDACHT.

In feite ben je daar de hele dag mee bezig, vanaf het moment dat je opstaat totdat je naar bed gaat,  je aandacht overal bijhouden.  Op je werk, tijdens het autorijden, thuis en zelfs als je moe op de bank ligt en de  tv aanstaat.  Je kan er je aandacht niet bijhouden, maar toch blijf je kijken.

“AANDACHT.” verder lezen

VERGETEN.

Al vanaf dat je nog heel erg jong bent wordt je erop gewezen dat je niks vergeten mag. Je mag niet vergeten op tijd naar de wc te gaan, niet met volle mond te praten, bidden voor en na het eten, je tanden te poetsen voordat je gaat slapen, met twee woorden spreken, dank je wel en alstublieft te zeggen en nog een hele waslijst. Dan komt de dag dat je naar school gaat en dan begint het pas echt.

“VERGETEN.” verder lezen

WACHTEN.

Ik heb erover nagedacht en denk dat een mens zo ongeveer de helft van zijn leven besteed aan wachten. Het begint al voordat je geboren bent. Je ouders zijn in blijde verwachting en wachten totdat jij ter wereld komt.

Dan begint voor jou het leven en wachten, want hoe kleiner en jonger je bent hoe afhankelijker je bent. Je wacht op alles, want zelf kan je nog niks. Als je goede ouders hebt duurt het wachten nooit lang, andersom wel. Je wacht tot je een schone luier en eten krijgt en zij wachten weer op jouw eerste lachje.

“WACHTEN.” verder lezen