Afgelopen donderdag belde Ruud. Ik was helemaal blij, zeker toen hij vroeg of ik tijd had om even langs te komen. Ik had me leuk opgetut en Wim verteld dat ik een afspraak had met een vroegere vriendin. Hij keek heel raar naar me, vooral omdat ik me zo opgetut had, hij zei niks, maar ik zag hem denken. Maar goed ik dacht maar aan een ding en dat was Ruud.
ANGST.
Ik denk dat iedereen erover mee kan praten. Angst is iets anders dan bang zijn.
Dinsdag 13 Oktober.
Ik was blij dat ik het weekend weg kon naar mijn werk, even iets anders. Ik vind het nog steeds leuk, zeker omdat ik vaak iets grappigs meemaak. Zoals afgelopen zaterdag. Het was al vrij laat en ik wilde net alles gaan schoonmaken toen er nog een man naar binnen kwam. Ik zette de emmer met sop aan de kant en knikte vriendelijk. Hij keek me aan en lachte.
Hallo,
Hier ben ik weer, Loetje de poes van Cees en Marian en ik mag van Marian een column schrijven omdat er van alles gebeurd is sinds ik de laatste keer schreef.
Vrijdag 9 Oktober.
Gisteravond zat ik net op de bank toen Wim ineens vroeg of ik zin had om met hem naar de film te gaan. Ik was stomverbaasd, zeker omdat ik weet dat hij daar een hekel heeft, maar ik wist meteen waarom hij dat vroeg. Hij wilt er echt alles aan doen om het tussen ons weer goed te krijgen, zelfs naar de film gaan. Even kwam ik in de verleiding om iets hatelijks te zeggen, maar ik kon me nog net beheersen. ‘Het ligt eraan,’ zei ik, ‘als er iets leuks draait misschien.’ Ik dacht nog, nou ik weet zeker dat er niks leuks draait, nu niet en volgende week ook niet.
PLANNEN.
Iedereen kan er wel over meepraten en bijna iedereen heeft ze wel. Vooral tijdens de jaarwisseling. Goede voornemens heet dat. Soms vragen mensen me dat weleens, “ En heb jij ook goede voornemens?” Mijn antwoord is duidelijk: “Neeeee! Al heel lang niet meer, wel ooit gehad, heel lang geleden, toen ik nog vol plannen zat.”
Maandag 5 Oktober.
Gistermiddag wilde ik even naar Ruud voordat ik ging werken en net toen ik mijn spullen wilde pakken stond Wim ineens naast me. ‘Ga je nu al weg?’ vroeg hij,
BEROEMD.
Je wordt het niet zomaar. Je moet er wel wat voor doen, iets bijzonders presteren. Dat kan van alles zijn, iets uitvinden bijvoorbeeld. Iets dat nog nooit iemand bedacht heeft. En dan moet het ook nog inslaan. Maar je kunt ook beroemd worden door andere dingen, goede dingen.
Donderdag 1 Oktober.
Wim vraagt nergens meer naar en dat bevalt me prima. Wel is hij nog steeds erg uitsloverig,
GESPREKKEN.
Soms zit je ergens en denkt of liever hoopt dat niemand je lastig valt. Je hebt geen zin om te praten. Je hoofd staat er niet naar omdat je je eigen zorgen hebt. Maar juist dan begint iemand tegen je aan te lullen, ze hebben behoefte aan een luisterend oor.