Op weg naar Ruud realiseerde ik me dat hij meteen zou vragen hoe het was in Yrseke. Ik wist ook wat ik zou zeggen, daar had ik al over nagedacht. Dus toen ik bij hem naar binnenliep was dat inderdaad het eerste dat hij vroeg, nou ja, bijna. Eerst zoende en omhelsde hij me.
RUZIE.
Iedereen kan er denk ik wel over meepraten. Ik dus ook en ik heb er een pesthekel aan. Toch kom je er soms niet onderuit, dan heb je het, zomaar ineens. Vaak loopt het hoog op en gaan mensen in hun drift zover dat ze compleet doordraaien. Later als ze ‘afgekoeld’ zijn zeggen ze dan: ‘Sorry, ik bedoelde het niet zo,’ of zoiets.
Dinsdag 22 September.
Het is me gelukt! We zijn niet geweest en ik ben superblij, Wim niet, hij vond het vreselijk jammer. Nou moet ik wel zeggen dat ik het idee om er onderuit te komen op mijn werk kreeg.
Het was de zondag voordat we zouden gaan en ik had me er eigenlijk al een beetje bij neergelegd dat ik er niet onderuit kon omdat ik geen smoesje wist te bedenken. Maar goed, rond een uur of zes komt er op mijn werk een man naar binnen, ik keek op en zag dat hij behoorlijk ongelukkig liep. Ik knikte vriendelijk en keek hem na. Pas toen hij van de wc afkwam en zijn handen ging wassen viel het kwartje. Ik dacht bij mezelf: DIT IS HET! Ik verzwik mijn enkel, dan kan ik niet mee. Dus vlak voordat ik klaar met werken was ben ik naar mijn baas gegaan en vroeg of hij een verbanddoos had. Het smoesje had ik al klaar. “Ja, ziet u, het is zo,” begon ik poeslief toen hij me niet begrijpend aankeek. “Er was iemand op de wc die zich bezeerd had en die vroeg of ik een verbandje had,” en dat heb ik niet. Dus misschien is het een goed idee om een neer te zetten voor het geval dat.” Hij knikte vriendelijk en zei dat het inderdaad een goed idee was dat ik daar aan dacht! Ja, ik vond het zelf ook geweldig. Goed, ik weer terug naar beneden, mijn enkel vakkundig ingepakt en toen naar huis. Wim zag het meteen toen ik naar binnen liep. Ik liep ook mank!
KIEZEN.
Kleine kinderen vinden het reuze spannend als ze een cadeautje mogen uitkiezen als ze jarig zijn. Maar!! Er zit altijd een maar aan: ze moeten er wel rekening mee houden dat het geld kost. Dus zegt moeders: ‘Je mag wel kiezen, maar het mag niet te duur zijn. Ik zeg wel of je het ook krijgt.’ Dus kan zo’n kind niet echt kiezen.
Maandag 14-09-2015
Ik zit er helemaal doorheen, niet alleen wat Ruud betreft, maar ook met Wim en dat hij met mij naar Yrseke wilt en dat is al bijna. Gisteren heb ik eens op internet zitten surfen om te kijken wat daar zoal te doen is. Nou, daar wordt je echt niet vrolijk van, dat gat staat bekend vanwege de mosselen. Nou ja! Alsof ik behoefte heb om mosselen te gaan bekijken, echt niet. Trouwens ik vind die dingen ook smerig en dat weet Wim!! Waarom Wim dat gat heeft uitgezocht is mij een groot raadsel. Maar één ding is zeker: IK GA NIET MEE! Hoe ik dat ga oplossen weet ik nog niet, dat is nu net het hele punt. Ik moet iets bedenken, werken is geen optie. Ziek zijn of ruzie maken, ruzie is ook geen optie, maar ziek wel. Waarschijnlijk krijg ik vlak voordat we vertrekken diaree, zou zomaar kunnen!!
KOPEN.
Als je iets nodig hebt kan je het kopen, in de winkel, op internet of ergens anders. Als je iets maar even nodig hebt kan je lenen of huren. Maar dan moet je wel geld hebben, heb je dat niet, kan je niks. Ja, wachten totdat je wel geld hebt, dat kan je wel.
Woensdag 9 September.
Maandagavond belde Ruud, het was al laat, ik denk een uur of elf. Ik stond net op het punt om naar bed te gaan toen ik mijn mobiel hoorde overgaan. Haastig liep ik terug en pakte hem op. Ik zag meteen dat het Ruud was, dus ben ik door naar boven gelopen omdat ik ongestoord met hem wilde praten. Wim zat tv te kijken en had niks in de gaten.
IK,
ben een poes, heet Loetje en woon sinds ruim een half jaar bij Cees en Marian. Toen ik net hier woonde heeft Marian een column geschreven over mij. Hoe ze me mee naar huis heeft genomen en dat ik de eerste dagen erg heb moeten wennen.
Vrijdag 4 September.
Hoe langer ik erover nadenk hoe meer ik er tegenop zie met Wim weg te gaan. Ik weet dat ik er niet onderuit kom, maar in stilte hoop ik dat wel, dat ik of hij een enge ziekte krijg, de griep is ook goed. Maar het zal wel moeten, ik heb geen keus. Soms probeer ik optimistisch te zijn en houd me voor dat het maar voor een paar dagen is. Dat Ruud het leuk voor me vindt zit me ook dwars. Afgelopen dinsdag ben ik nog bij hem geweest maar hij was niet thuis. Ik heb gewoon schoongemaakt en gewacht tot hij misschien nog zou komen, maar hij kwam niet, belde ook niet. Ja, ’s middags toen ik allang weer thuis was kreeg ik een sms’je van hem.
LATER.
Ik kan het me nog heel goed herinneren en dan heb ik het over mijn jeugdjaren. Zodra ik iets wilde doen dat mijn pleegmoeder niks vond zei ze altijd: ‘Dat is iets voor later als je groot bent.’ Het maakte niet uit wat, maar in mijn ogen waren het simpele dingen. Bijvoorbeeld zelf een nieuwe jurk uitzoeken. Ja, het mocht wel, maar zodra ik een uitgezocht had die zij niet mooi vond zei ze steevast: ‘We doen dat later, een andere keer.’ Zo ging dat met alles wat ik graag wilde. Ik wilde zelf bepalen hoe laat ik naar bed ging, hoe laat ik thuis kwam als ik met vriendinnetjes buiten ging spelen en wat ik at, maar dat mocht niet