Gisteren weer naar Ruud geweest én hij was tot mijn grote vreugde thuis. Ik was net binnen toen hij aan kwam lopen. Hij begroette me heel vriendelijk en vroeg of ik koffie wilde. Ik lachte en zei: “Ja lekker,” hing mijn jas op en liep door naar de kamer, zo’n beetje afwachtend op wat komen ging. Ik keek rond en zag dat hij alles had opgeruimd. Geen vuile vaat op tafel en de kranten keurig in de krantenbak. Toen hij met twee mokken koffie naar binnen kwam lachte hij. “Ik ben blij dat je er bent,” zei hij terwijl hij de mokken op tafel zette en zich op de bank liet ploffen. Ik ging tegenover hem zitten en vroeg of hij nog bijzondere wensen had. Ik zag aan zijn gezicht dat hij er niet met zijn hoofd bij was.
GEBRUIKEN.
Er zijn mensen die daar vaak bewust of onbewust veel mee bezig zijn. De een kan alles gebruiken, de ander niet. Dat zijn van die ‘weggooimensen.’ Ik heb daar ook een handje van en soms gebeurt het dat ik spijt krijg. Maar, van de andere kant is het ook zo dat je regelmatig moet opruimen, anders krijg je plaatsgebrek.
Zaterdag 16 April.
Op mijn werk gaat het redelijk goed. Er gebeurt niets bijzonders, tenminste tot nu. Zometeen moet ik weer aantreden, maar ik heb nog even de tijd.
OPSTAND.
Pas geleden las ik in de krant dat je kon meedoen aan een columnwedstrijd. Het onderwerp was:OPSTAND.
Woensdag 13 April.
Wim heeft slechte zin en dat is ook duidelijk te merken. Hij wil nog steeds leuke dingen gaan doen en omdat ik daar geen tijd voor vrij maak loopt hij de hele dag te chagrijnen, maar ik doe net alsof ik niks in de gaten heb. Nu is het nog vroeg, maar straks moet ik naar Ruud en omdat we afgesproken hebben dat ik voor hem ga koken moet ik me wat laten invallen. Wat ik ook kan doen is niks zeggen, gewoon naar Ruud gaan en hem rond etenstijd bellen met een smoesje. Dat de wasmachine defect is en ik moet wachten tot er iemand naar komt kijken, of zoiets. Dan zeg ik er meteen bij dat we morgen iets leuks gaan doen, wat weet ik nog niet, maar dat valt me straks wel in. Nu ga ik naar Ruud!!
LENEN.
Veel mensen doen het, iets van iemand lenen. Ze vertellen er dan ook bij dat ze het zeker terug brengen. Een pak koffie gaat nog wel, een flesje koffiemelk ook, maar eerlijk gezegd denk ik dat nog maar heel weinig mensen dat doen. Is ook logisch, op bijna iedere hoek van de straat ligt wel een supermarkt. Dus, dat is niet zo moeilijk.
Vrijdag 8 April.
Ik heb Wim nog steeds niet verteld dat ik bij Ruud ga koken. Ik weet ook niet hoe ik dat
brengen moet. Ik heb afgesproken dat ik woensdag al begin met koken voor ons twee.
BELANGRIJK.
Er zijn veel dingen in je leven die belangrijk zijn. Maar, wat voor de een belangrijk is, is voor een ander totaal niet. Hoewel, nu ik er over nadenk zijn er toch dingen die dat wel zijn. Een goede gezondheid is voor iedereen belangrijk. Geld is dat ook, hoewel je vaak de uitdrukking hoort: “Geld maakt niet gelukkig, maar het is wel makkelijk als je het hebt.”
Dinsdag 5 April.
Afgelopen zondag had ik me voorgenomen om lekker uit te slapen toen Wim me om een uur of acht wakker maakte, “Ik heb eens nagedacht,” begon hij, “en ik vind dat je teveel werkt en daarom…”
VLUCHTEN.
Als je iets gedaan hebt dat niet mag ben je bang, hebt een slecht geweten en slaap je slecht omdat niemand dat mag weten, zeker de politie niet.