ZUINIG

Steeds vaker hoor je dat mensen vanwege de crisis moeten bezuinigen. Op de centjes letten, ieder dubbeltje omdraaien. Niet leuk, maar wel noodzakelijk. Goed, zomaar in het wilde weg je kar in de supermarkt volgooien doet geen normaal mens. Iedereen let op aanbiedingen en profiteert daarvan.

Pas geleden had ik met een goede kennis hier een gesprek over en als vanzelf moest ik aan vroeger denken. In mijn jeugd was zuinig zijn vanzelfsprekend. De huisvrouwen van toen moesten van één inkomen rondkomen en hadden een heel stel blagen die allemaal gevoed moesten worden.

In bad ging je een keer in de week…

Op zaterdag werd een grote teil gevuld met warm water en dan ging je er een voor een in. De jongste het eerst, snel wassen en hup eruit. De laatste had vaak pech, het water was koud en vies, maar zeuren mocht je niet.

Eten wat de pot schaft, groenten uit eigen tuin, want dat was goedkoop. Ik heb zo vaak boerenkool moeten eten dat ik het nu nog steeds smerig vind. Vlees was ook zoiets, in veel gezinnen kwam dat écht niet elke dag op tafel. Mijn moeder kocht vaak een half pond hamlapjes en die werden in minuscule reepjes gesneden, vader kreeg het meest omdat hij hard moest werken. De ‘rest’ werd eerlijk verdeeld, ieder gezinslid kreeg een of twee stukjes.

Broodbeleg; op zaterdag kocht moeders vlees én kaas, op zondag was het op en moest je het voor de rest van de week doen met stroop en basterdsuiker.

Kleding werd bijna nooit gekocht. Moeder kocht een lapje stof op de markt en naaide of haar leven ervan afhing. Meestal jurkjes, wel met een grote zoom, want die werd dan weer uitgelegd als de jurk te klein werd. Dan kon je weer een poos vooruit. Als hij écht niet meer paste ging hij naar je kleine zusje, of, als je geen zusje had, naar een familielid. Met bloesjes ging het ook zo, als er geen meisje was, werden de coupnaadjes eruit gehaald en ging hij naar de jongens. Sokken werden niet gekocht, maar gebreid. Als er een gat inzat werd dat gestopt. Moeders had een grote houten bol waar ze de sok overheen trok. Op die manier kon ze beter het gat dichten.

Jongens droegen in de zomer korte broeken, ook als het koud was en het regende. In de winter mochten ze een lange broek aan, die werd niet gekocht, maar ook zelf gemaakt. Bij voorkeur van wol, want dat was lekker warm. Dat die dingen kriebelden en de jongens gek werden van de jeuk was niet belangrijk. Het ging erom dat hij warm was. Mooi was ook niet belangrijk, alle kleding moest functioneel zijn. Schoenen die niet meer pasten gingen ook door naar een ander. Als er geen ander was werd aan de voorkant een stukje weggesneden, op die manier kregen de tenen meer ruimte en kon je nog een jaartje vooruit.

Naar de kapper ging je met Pasen of zo. De rest van het jaar werd er thuis geknipt, en dat deed vader, niet vakkundig, maar wel goed kort. Een bloempotkapsel noemden ze dat, jongens liepen daar mee. Meisjes lieten hun haar groeien, een paardenstaart met een scheve ponnie, want ook die werd thuis geknipt.

Voordelen had het ook, als er iemand jarig was bakte moeder zelf de vlaai, en niet een, maar een stuk of wat, want iedereen die op bezoek kwam kreeg een stukje. Op zondag kreeg je verse soep én pudding, ook zelf gemaakt. Van Sinterklaas kreeg je een bord vol snoep, een chocolade letter, wollen handschoenen, een gebreide sjaal of, als je geluk had én braaf was geweest een pop of een autootje en daar was je superblij mee.

Als ik die tijd vergelijk met nu, mogen we eigenlijk niet klagen.

 

Ook ik heb, net als veel anderen geleerd zuinig te zijn en dat ben ik nog steeds. Ik heb al 32 jaar dezelfde man en daar ben ik héél erg zuinig op!!

Please follow and like us:

11 antwoorden op “ZUINIG”

  1. Marian je hebt me nooit afgebroken alleen maar opgebouwd dus de zuinigheid is wederzijds. de coupenaadjes bij mij lieten ze gewoon zitten liefs Cees

  2. Ha ha en we waren er niet minder gelukkig om. Helemaal mijn jeugd hoor! Een ei in tweeën was normaal en een haring met drieën . Met Carnaval werden de gordijnen van de muur gehaald en daar werd een pakje van gemaakt. WE wisten niet beter van je zakgeld als je dat al kreeg want ik was niet zo lief en dan kreeg je niks. Voor 5 cent haalden we de gebroken wafeltjes bij de ijsboer op en dat was ons wekelijkse snoep. IN die tijd werd veel gebakken dus poedersuiker was er wel. Ik weet nog dat ik me op de wc opsloot met het pak poedersuiker…mmmm die klontjes waren heerlijk toch. Dank je wel Marian even weer terug in de tijd! Liefs, Mia

  3. Toch was er in die tijd meer samenhorigheid en dankbaarheid. En voor boerenkool Marian kom ik mijn bedje nog uit hahahha. Heerlijk.

  4. Als ik zo kijk maar wat jullie en mijn vader en moeder allemaal hadden vroeger ben ik echt heel dankbaar voor wat ik nu heb, en wat pap en mam me allemaal geven. Maar t lijkt me ook mooi om die tijd hebben mee gemaakt, met alles wat ik nu hoor ☺️

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *